Shames en Shirin wonen nu vier jaar in kamp Chamesku, in het noorden van Irak. Zij maken deel uit van de Yezidi gemeenschap die gedwongen moest vluchten in 2014, dankzij de gruwelijke acties door de ISIS (Islamitische Staat van Irak en de Levant/ al-Sham). Onze Médecins du Monde collega's spraken hen in het kamp.

"Mijn wens is om op een dag terug te kunnen keren"

Shames vertelt, “Mijn man en ik zijn gevangen genomen door ISIS leden toen zij ons dorp overvielen . We hadden het geluk dat hun auto kapot ging en konden vluchten toen zij deze repareerden. Onze kinderen konden al vluchten voordat ISIS het dorp veroverde. Op dit moment leven de meeste van hen in Duitsland en daarom hoop ik dat wij binnenkort naar hen toe mogen. Er is helemaal niets meer in ons dorp; ons huis is, net als velen, volledig vernietigd.” Op de vraag of zij ooit terug naar huis wil gaan antwoord Shames “Natuurlijk, mijn wens is dat ik op een dag terug kan keren naar mijn eigen dorp, maar alleen als het veilig is, ons huis opnieuw gebouwd is en we wat financiële ondersteuning hebben om ons leven opnieuw op te bouwen.  Die voorwaarden zijn nu helaas nog heel ver weg.”

In kamp Chamesku woont Shames in een tent vlakbij haar voormalige buren, zij zien elkaar regelmatig en kunnen niet anders dan wederom over hun herinneringen te praten en de terreur waarvan zij ooggetuige waren. Misschien dat het delen van deze wreedheden de enige manier is om de kracht te vinden om door te gaan, wetende dat zij elkaars pijn zo goed begrijpen. Maar elkaar dagelijks weerzien houdt ook de herinnering aan wat zij allemaal verloren zijn zeer actief.

"Mijn man moest onze zoon de hele vlucht dragen"

"We kunnen niet terug omdat er helemaal niets meer is”,  voegt Shirin toe. “Mijn familie en ik zijn één dag voor ISIS aanviel gevlucht. We moesten tien dagen schuilen in de bergen, zonder eten en zonder ook maar enige benodigdheden, we hadden geen keuze. Mijn man heeft onze zoon de hele weg moeten dragen, hij is minder valide en kan niet lopen. Het was een ontzettend moeilijke reis en alles dat we gezien hebben heeft ons emotioneel leeggezogen. We zagen heel veel dode kinderen, wiens moeders hen gedwongen achter moesten laten. We zullen nooit kunnen vergeten wat ons en zo veel anderen is overkomen.” Ze vervolgt: “Wij leven nu in dit kamp, waar de levenscondities  heel erg zwaar zijn. We hebben enkel twee uur elektriciteit overdag, van 12:00 tot 14:00 uur, en vijf uur in de avond. We slapen in de middag wegens de extreem hoge temperaturen overdag (het wordt meer dan 40 graden Celsius in juni, juli en augustus).” Dit soort hoge temperaturen veroorzaken vaak uitdroging, wat weer leidt tot algemene vermoeidheid.

Deze getuigenis is afkomstig van onze collega's van Médecins du Monde die noodhulp verlenen in kamp Chamesku in het noorden van Irak.

Onze teams werken samen met de Irakese overheid om medische hulp en psychologische ondersteuning te verlenen aan vluchtelingen en IDP bevolking. In 2017 hebben we meer dan 135,500 medische consulten door het hele land gegeven.