Arianne Kattenberg werkt als verpleegkundig vrijwilliger op Lesbos. Zij verleent medische hulp aan vluchtelingen. In het najaar werkte zij al eerder als vrijwilliger op Chios.

"Yallah, Yallah", fluistert hij, terwijl hij met z’n armen zwaait. Het groepje komt in beweging en kruipt achter de struiken vandaan. Terwijl het schemer wordt rennen ze gebukt hun smokkelaar achterna totdat hij abrupt stopt en z’n hand opsteekt. "Politie", roept hij, waarop ze uit elkaar sprinten, zoekend naar een schuilplaats. Met hun adem ingehouden wachten ze totdat de patrouillewagen passeert. Na een paar minuten staat de smokkelaar weer op en fluit op z’n vingers waarop iedereen weer tevoorschijn komt. "Schiet op", commandeert hij, "Stap in, snel", waarop hij iedereen hard de boot induwt. Ondanks zijn korte slungelige armen probeert hij streng kijkend macht uit te stralen. Het heeft effect want het groepje kinderen gehoorzaamt. Ik schat hem zo’n 7 jaar, misschien 8 en hij is daarmee duidelijk de oudste van de groep.

Met kippenvel over mijn lijf aanschouw ik het spel. Wat kan dit levendig zijn voor een kind. Gebukt achter de UNHCR hutten in het kamp herbeleven zij de gebeurtenis van afgelopen nacht opnieuw, alleen nu op hun eigen manier. Zullen ze dit ooit vergeten? Het doet pijn om naar te kijken. Ik draai me om en loop terug naar de medische post waar drie ‘echte’ politiemannen staan te wachten. Tussen hen in staat een Pakistaanse jongen in elkaar gebogen. Met een gescheurd t-shirt en bebloede hand snap ik al snel dat zijn vluchtactie van korte duur is geweest. Ik laat hem binnen en verzorg zijn hand. Hij ziet er verdrietig en uitgeput uit. Een gevoel van medelijden bekruipt me. Ik vraag of het goed gaat waarop hij "nee" schudt. Hij is 18 jaar en reist alleen, is al een tijd op het eiland maar kan zich niet registreren want weet dat mensen met bepaalde nationaliteiten, waaronder de zijne, zonder interview of eerlijk proces worden teruggestuurd.

Hij begint sneller te ademen en houd z’n hand op z’n borst, zegt dat hij duizelig wordt en pijn op z’n borst krijgt. Ik vraag of de politie even naar buiten wil gaan om hem rust te geven maar krijg daarna streng de les gelezen dat ik moet begrijpen dat dit een gevangene is dus dat ze blijven. Dit gaat niet helpen om de jongen te kalmeren. Ik trek het kamerscherm wat verder open waardoor ze in ieder geval uit het zicht zijn en instrueer de jongen langzamer te gaan ademen.

Na een kwartier verzoekt de politie streng doch vriendelijk dat ze echt weer verder willen en de jongen mee willen nemen. De situatie is stabiel maar de jongen schiet bij het minste of geringste in de stress. Met grote ogen vraagt hij me wat ze met hem gaan doen, waarop ik m’n schouders moet ophalen: ik weet het niet, niemand weet het. Ik geef hem wat kalmerends en draag hem weer over aan de politie.

De situatie is veranderd. Twaalf uur nadat Erdogan Rutte de hand schudde zijn mensen niet alleen vluchteling maar ook gevangene. Vrijdagnacht, twee dagen eerder dan veel media vermeldden, gingen gelijk alle nieuwe regels in en werd elke nieuwe vluchteling verrast door gelijk na aankomst opgesloten te worden. Ook alle eerder aangekomen en nog niet geregistreerde vluchtelingen vallen onder de nieuwe regeling. De wanhoop, verdriet en angst is van hun gezichten af te lezen. En ook wij als hulpverleners zijn verrast. Zonder ook maar enige voorbereiding, juiste mankracht of capaciteiten is de deal van kracht. Wie heeft dit kunnen bedenken? Veel NGO’s weigeren mee te werken en vertrekken, andere worden juist door de politie weggestuurd omdat zij het hebben overgenomen want het zijn nu gevangen. De hekken zijn gesloten en zonder ook maar enige vooruitzicht op wat eigenlijk de bedoeling is, wat de concrete plannen zijn of welke procedure we eigenlijk moeten volgen, zitten mensen nu al 5 dagen opgesloten.

Niemand heeft antwoorden en niemand weet wat er gaat gebeuren. De vluchtelingen worden in het onwetende gelaten en voelen zich bedreigd, geïntimideerd. Je ontvlucht je land voor oorlog en wordt nu als een crimineel behandeld. Zonder ook maar enig nadenken neemt de politie van hogere hand de ordes aan maar staan na een paar uur al zelf met de handen in de haren, want wie zorgt er nu voor warm water, schone kleren en voedsel nu veel NGO’s weg zijn. De mensen verdringen zich bij het hek, smeken om hulp en antwoorden, leven al dagen in onmenselijke omstandigheden. Beetje bij beetje proberen sommige NGO’s hun weg terug in het kamp te vechten wat de politie toelaat omdat ze het allemaal niet alleen aankunnen. Ze hebben de hulp nodig.

Het is pijnlijk om te zien, hoe je vlucht voor de oorlog en ellende en nu als gevangene wordt behandeld. Hoe je je veters uit je schoenen moet halen, je riem moet inleveren, wordt gefouilleerd, geëscorteerd door politie naar een gesloten sectie wordt gebracht en wordt opgesloten achter grote hekken met prikkeldraad. Je vrijheid weer opnieuw moet inleveren. Vaak genoeg sta je achter het hek met tranen in je ogen vragend wat je hebt misdaan en wat er nu gebeurt. En niemand heeft antwoord, iedereen zwijgt en kijkt toe…

Is dit wat we wilden bereiken met de deal? Waarom hebben we niet een paar dagen gekregen om ons hierop voor te bereiden, de tijd om dit een eerlijk proces te laten worden, om de theorie op een menselijke manier in de praktijk uit te kunnen laten voeren?

Het is beschamend om toe te moeten kijken hoe deze mensen zo worden behandeld, uren moeten wachten op hun registratie zonder water, eten of toilet, en zonder enige informatie worden opgesloten alsof ze iets verschrikkelijks hebben begaan. Ik denk aan de lange levensgevaarlijke tocht die ze achter de rug hebben, alles en iedereen achterlatend, het geld dat het ze heeft gekost…Ik schaam me voor de zoveelste keer voor wat wij mensen elkaar kunnen aandoen en voel me machteloos, verdrietig en boos tegelijk.

Door de snelle ontwikkelingen op de eilanden, is de situatie op Lesbos inmiddels weer veranderd. Via onze website en blogs zullen we je op de hoogte houden van de ontwikkelingen.