Ik ben Sanu Nani Magar en ben 48 jaar oud. Ik woon met mijn man en 5 kinderen in Dhading Besi in Nepal. Ik had 6 kinderen. 5 van hen leven nog: 4 meisjes en 1 jongen.
Toen de kinderen kleiner waren moesten we kleren en eten voor hen kunnen kopen. We hadden schulden en niet genoeg geld om rond te komen. We hebben op verschillende plaatsen naar werk gezocht, en zijn uiteindelijk hier op de vuilstortplaats beland. We verdienen net genoeg om te overleven. De kinderen zijn inmiddels volwassen, en we wonen allemaal onder één dak. Ons huis staat iets verderop. Het is vuil, opgetrokken uit golfplaten, en er is geen stromend water. Dat moeten we bij de pomp halen.
Het werken op de vuilstortplaats is hard. Er ligt glas, het is vies en soms vinden we naalden. Ik ben bang voor de bulldozers en het onafgebroken machinelawaai. Het zijn geen makkelijke werkomstandigheden. We moeten erg voorzichtig zijn en goed opletten.
Zolang er vrachtwagens hun lading komen lossen, is er werk. Als ze niet komen, is er geen werk. Zoals op zaterdag, als er weinig vrachtwagens komen. Ik werk gemiddeld 22 dagen per maand en verdien 400 tot 500 roepie.
Ik zou graag ander werk doen en stromend water hebben. Ik wou dat ik weer gewassen kon verbouwen zoals vroeger, maar we verdienden toen niet genoeg om te overleven. Ik heb ideeën en toekomstdromen, maar kan die niet waarmaken. Ik wil bijvoorbeeld graag een winkeltje openen. Als het kon, zou ik iets anders doen, maar ik heb niet genoeg geld. Dat is het probleem.
Dromen
Er zijn vrouwenverenigingen waar we over projecten kunnen praten. Maar het is al moeilijk genoeg om voor jezelf en je gezin te zorgen. Er zijn altijd wel problemen. Soms gaan de mannen iets drinken. Als ze te veel op hebben, worden ze gewelddadig. We ondergaan het, werken hard en weten de eindjes maar net aan elkaar te knopen. Het zou fantastisch zijn om iets op touw te kunnen zetten met de anderen, maar ik heb amper genoeg geld om rond te komen. Ik zie niet in wat ik voor anderen kan betekenen. Als je niets hebt, hebben de mensen geen respect voor je. Ze willen niet eens naar je luisteren.