50 graden in een tentenkamp

"In Antakya is het alsof er een kernbom is afgegaan. Het is een apocalyptisch beeld als je daar rondloopt." Aan het woord is Janine Wildschut, hoofd medische programma’s van Dokters van de Wereld. Ze is net, een half jaar na de verwoestende aardbevingen, terug van een programmabezoek aan Turkije en Noordwest Syrië en moet er nog van bijkomen: "Ik heb veel narigheid gezien en gehoord. Tegelijkertijd ben ik ongelofelijk trots op onze Turkse collega's die daar tegen de klippen op werken. En dat allemaal terwijl zij ook slachtoffer zijn van de aardbevingen en familieleden hebben verloren. Het moment dat er voor hen gezorgd had moeten worden, zijn zij zelf gaan zorgen en dat nu al een half jaar lang dag in dag uit."

De situaties in Turkije en Noordwest-Syrië verschillen behoorlijk van elkaar, maar de ellende aan beide kanten is nog steeds groot. "In Turkije is de verwoesting groter, het epicentrum van de aardbevingen lag meer daar. Hele gebouwen zijn ingestort en veel mensen leven nu in tentenkampen of containerwoningen die de Turkse overheid overal probeert neer te zetten. Maar na jaren van oorlog lag Syrië al in puin en daar kwamen de aardbevingen bovenop. Mensen hebben letterlijk niks meer. Ze leven in tentenkampen, soms gerund door organisaties, maar er zijn ook heel veel provisorische tentenkampen opgezet en daar is niks. Niet eens water. Daar maak ik me nu het meeste zorgen om. Mensen leven met bijna vijftig graden hitte in tenten zonder stromend water. Dat is een bron van heel veel ellende."

Gifgasaanvallen en nu onder het puin

Dokters van de Wereld werkt zowel in Turkije als in Noordwest-Syrië. Aan beide kanten van de grens wordt ingezet op basis medische zorg, psychosociale ondersteuning, seksuele en reproductieve gezondheidszorg en 'bescherming'. Janine: "Deze bescherming richt zich op de kwetsbaarste groepen zoals kinderen en vrouwen. Er wordt een risicoanalyse gemaakt en gekeken hoe onveilig bepaalde plekken zijn en hoe groot de kans is op bijvoorbeeld geweld en uitbuiting." Aan de Syrische kant is ook een programma gericht op de ondervoeding van kinderen. Dokters van de Wereld is een van de weinige ngo's die ook in Syrië werkt.

De hulp aan (zwangere) vrouwen en kinderen vormt een belangrijk onderdeel van de hulpverlening. "Ik sprak een Turkse vrouw die zwanger was toen ze slachtoffer werd van de aardbevingen. Ze kreeg haar kindje in een van de tentenkampen, maar door alle stress stopte de borstvoeding, terwijl babymelk te duur voor haar is." Een andere ontmoeting die ze niet meer vergeet is met een Syrische vrouw in Turkije: "Er zijn veel Syriërs in Turkije die de oorlog waren ontvlucht, maar nu opnieuw slachtoffer zijn geworden. Deze vrouw was op het nippertje aan de gifgasaanvallen in Syrië ontkomen waar ze in Turkije medische behandeling voor kreeg, toen ze in Antakya onder het puin terechtkwam."

Dokters van de Wereld werkt in Turkije en Noordwest-Syrië met man en macht en blijft de hulp bieden die nodig is. Janine: "Maar de omstandigheden zijn extreem moeilijk en mensen werken echt onder hoogspanning." Volgens haar zou het helpen als de hulp niet in tentjes gegeven hoeft te worden, maar dat de patiënten privacy krijgen en de werkruimte voor de hulpverleners beter is. "Het allerliefst zouden wij mobiele zorgbussen inzetten zoals wij hier in Nederland ook hebben. Dan kunnen we nog meer mensen bereiken en nog betere zorg verlenen. Maar daar is geld voor nodig."