Jeukende rode ogen, een verstopte neus, een kriebelende keel en veel hoesten. Hooikoorts is in Nederland volkomen normaal. Tenminste, voor de mensen die hier zijn opgegroeid. Voor vluchtelingen die pas net in Nederland zijn, zijn die irritante klachten onbekend. En soms zelfs een beetje beangstigend.
Melodi Tamarzians (24) uit Iran werkt als tolk in het Zorgcafé van Dokters van de Wereld. Zij woont al zeventien jaar in Nederland, maar kan zich nog goed herinneren hoe het genies en gesnotter in de zomermaanden ooit begon. En dat niemand in haar familie wist waar het vandaan kwam. “Mijn ouders, mijn broer en ik. We hadden er allemaal last van. Bij mij manifesteerde het zich vooral in mijn ogen, die erg jeukten en rood en dik waren. Mijn ouders en broer hadden vooral last van kriebel in de keel. In Iran hadden wij dit nooit en we waren allemaal een beetje in paniek. Kwam het door verkeerd eten? De mensen die in het AZC werkten waar wij destijds woonden, legden uit dat het een zomerallergie was en dat veel mensen in Nederland hier last van hebben. Ook dit begrepen wij niet. Hoezo zomerallergie? In Iran is het altijd zomer! Totdat we een arts in het GCA (Gezondheidscentrum Asielzoekers) spraken, die ons vertelde dat het wordt veroorzaakt door bepaalde bloemen en bomen die in de lente in Nederland tot bloei komen. Bomen en bloemen die er in landen als Iran niet zijn. Toen snapten we het, en waren gerustgesteld. We kregen pilletjes tegen de allergie en voelden ons al snel beter. Hoewel we ook suf werden van de histamineremmers, maar ook dat hoorde er volgens de dokter gewoon bij. Sinds vijf maanden werk ik als tolk in het Zorgcafé. Tijdens mijn werk hoor ik regelmatig vluchtelingen uit het Midden Oosten klagen over hooikoortsklachten. En ook zij weten niet wat hen overkomt. Gelukkig kan ik hen uitleggen dat het hooikoorts is. Iets volkomen normaals. Ik vind het belangrijk om mensen over dit soort klachten voor te lichten, want onwetendheid veroorzaakt veel onrust.”
Wie is Melodi?‘Ik ben Melodi, 24 jaar en ik kom uit Iran. Nadat ik de studie ‘Recht van de Gezondheidszorg’ met de focus op ‘toegang tot (reproductieve) zorg als mensenrecht’ had afgerond, ben ik aan de slag gegaan als mensenrechtenjuriste en jongerentrainer. Ik werk nu bijna een half jaar bij het Zorgcafé. In maart zijn we met het Zorgcafé gestart en ik ben hier vanaf het begin bij betrokken. Binnen het Zorgcafé werken we met psychosociale ondersteuners en medische buddy’s. Om taalbarrières weg te nemen, werken er ook verschillende tolken. Ikzelf werk als tolk Farsi.’