Ik ben Annie Tenga Modi. Ik ben 37 en heb een dochter van 18. Op mijn 13e overleed mijn vader en werd ik wees. Nu leid ik AFIA MAMA, een organisatie die opkomt voor vrouwen- en kinderrechten, vooral op het gebied van leiderschap en participatie. Ik ben een feministische activist.
Ik was mijn vaders’ prinsesje. Hij was politicus. Het was een jaar voor de genocide en twee jaar voor de eerste zogenaamde onafhankelijkheidsoorlog in Congo. Toen ik wees werd, plaatsten ze mij in Goma, een stadje dat niet alleen bekend is om de vele oorlogen die het heeft meegemaakt, maar ook om het seksuele geweld, waar veel vrouwen en meisjes slachtoffer van zijn. Mijn omgeving geaccepteerde mij niet, door hoe ik eruit zie. Ik zie eruit alsof ik tot een andere etnische groep behoor, maar dat doe ik eigenlijk niet.
Tienermoeder
Ik was nog een tiener toen ik zwanger werd. Dat was tijdens de oorlog. Ik moest moeder zijn maar was zelf nog een kind. Het was een moeilijke tijd. Ik verhuisde naar Kinshasa, maar het stigma bleef net zo erg. In Kinshasa ging ik weer naar school om mijn diploma te halen. Ook daar werd mijn uiterlijk niet geaccepteerd, dus mijn oom stuurde me naar Zuid-Afrika. Je moet je voorstellen dat ik dus psychologisch en moreel leed en dan ook nog als vluchteling slachtoffer werd van vreemdelingenhaat en racisme.
Toen heb ik tegen mezelf gezegd dat ik een stem wil geven aan hen die niet gehoord worden en het zelf niet kunnen. Ik begon met het strijden voor vrouwen in vluchtelingenkampen, vrouwen die geen toegang hadden tot basisvoorzieningen, ondanks dat ze gratis zijn. Ze spreken de taal niet, kunnen de steekpenningen niet betalen of hebben simpelweg de middelen niet om hun weg in het systeem te vinden.
Na verloop van tijd zagen we dat mijn eigen land ook behoefte aan mijn organisatie. DRC stond toen bekend als “hoofdstad van seksueel geweld”. Ik wilde teruggaan en opkomen voor de vrouwen en meisjes voor wie het geweld en het lijden door is gegaan terwijl ik wel het geluk heb gehad dat ik kon ontkomen. Ik besloot dat ik ging kijken hoe ik het verschil kon maken en hun verhalen te delen en hun positie te verbeteren; hun sociale plek, hun economische situatie en persoonlijke ontwikkeling.
Oorlogen in Congo
De oorlogen in DRC, vooral in het oosten, zijn zowel politiek als geografisch. Te midden van dit krachtenspel wordt duidelijk dat vrouwen een goudmijn vormen, omdat zij, in zeker zin, de trots representeren van de man die hen bezit. Een manier om hen te vernederen, de vijand te verslaan en controle uit te oefenen over hen is het voor hun ogen systematische verkrachten van ‘hun’ vrouwen. Ze hebben kinderen in moordmachines veranderd. Daarom besloot ik om erover te gaan praten zodat de wereld erkent dat dit genocide is. Het geweld wordt ingezet om de overwinning op de vijand aan te geven.
Dr. Mukwege, die recent de Nobelprijs voor de Vrede heeft gewonnen, is onze grootste trots. Voor de vrouwen in Congo is zijn Nobelprijs een erkenning van ons lijden. Dat iemand die heeft bijgedragen aan het verzachten van de pijn van veel vrouwen op deze manier erkend wordt is een grote opluchting. Ooit zal deze oorlog als genocide worden erkend.
Een vrouw die verkracht is, is dood. Haar leven is over. Na zo’n verschrikkelijke ervaring, is haar leven voorbij. Ze ademt, en gaat door, maar vaak voor de mensen om haar heen en niet voor haarzelf. Als ze kinderen heeft, een familie, gaat ze door voor hen.
We leven in een patriarchale samenleving waarin bepaalde waarden bepalen hoe vrouwen zich moeten gedragen en wat er van ons verwacht wordt.
Een verkrachte vrouw draagt alle schuld – ondanks dat ze het slachtoffer is. Wat vrouwen vaak steun geeft zijn andere vrouwen die iets vergelijkbaars hebben meegemaakt. Ze kunnen hun ervaringen en pijn met elkaar delen.
Seksuele en reproductieve gezondheid is een belangrijk thema voor vrouwen die geweld hebben meegemaakt. We hebben weinig ziekenhuizen die fistels kunnen behandelen. Twee grote obstakels zijn analfabetisme en een gebrek aan kennis. Veel kennis is in het Frans geschreven en niet in de lokale taal die de meeste van hen spreken. Dit helpt niet.
Vrouwenrechten
We strijden voor vrouwenrechten en de erkenning van onze rechten. We leven in een land met een rechtssysteem dat ons beschermd. Dat moet ik toegeven. Op papier, hebben we veel rechten maar er zeker van zijn dat ze ook worden toegepast is een ander verhaal. Vrouwen zijn altijd in de minderheid. Ons parlement heeft nooit voor meer dan 15% uit vrouwen bestaan. Mannen bepalen dus welke rechten we op.
Ten tweede werken er weinig vrouwen in de rechterlijke macht, dus deze wetten van kracht laten worden is ook een probleem. We verspreiden informatie zodat vrouwen hun rechten kennen. Des te meer beleidsbepalers bewust zijn van deze onderwerpen, des te meer we de mentaliteit geleidelijk aan kunnen veranderen. We praten over stigma’s en discriminatie. Dat zijn allebei het resultaat van een mindset. Mensen raken niet los van tradities en wat ze in de kerk horen.
We kunnen allemaal de oorlog hebben meegemaakt of een vrouw verkracht zien worden ten overstaan van haar familie en toch de vrouw zelf de schuld blijven geven.