Vandaag is het Wereldgezondheidsdag. Een dag waarop we stilstaan bij de oprichting van de Wereldgezondheidsorganisatie in 1948. Toen werd het universele recht op gezondheidszorg door de VN vastgelegd. Het is ook een half jaar na de escalatie van het conflict tussen Hamas en Israël. Het gevolg is een verschrikkelijke oorlog, waarin niet alleen het recht op gezondheidszorg veelvuldig wordt geschonden maar gezondheidszorg zelfs doelwit van geweld is. Wanneer het recht op de bescherming van zorgverleners niet meer wordt nageleefd zijn hulpverleners in geen enkele conflictsituatie veilig. Dat schept een zorgwekkend precedent dat ons werk overal ter wereld in gevaar brengt.
Doelbewuste aanvallen
Hulpverleningsorganisaties hebben het recht om zorg te verlenen in conflictsituaties. Dat recht is vastgelegd in het humanitair oorlogsrecht, waarin staat dat hulpverleners te allen tijde beschermd moeten worden door de strijdende partijen. Gezondheidszorg- en faciliteiten, in het bijzonder ziekenhuizen, mogen nooit militair doelwit zijn, zeker niet wanneer patiënten, medisch personeel en ontheemden vanwege humanitaire redenen kunnen worden geëvacueerd. De bescherming van zieken en gewonden, de onbelemmerde toegang tot gezondheidszorg en de bescherming van het medische personeel en gezondheidsinstellingen liggen vast in internationale verdragen.
Met de voortdurende aanvallen op gezondheidszorgfaciliteiten en hulpverlening in Gaza worden deze verdragen duidelijk geschonden. Medische voorzieningen zijn een doelwit geworden. Zo zijn ook drie kantoren van Dokters van de Wereld in Gaza verwoest. Wij zien een patroon van doelbewuste aanvallen op hulpverleners, zorgverleners, ziekenhuizen en andere medische faciliteiten.
Volgens de VN zijn de afgelopen 6 maanden 196 hulpverleners vermoord in de bezette Palestijnse gebieden. Onze collega Maysara Rayyes was een van hen. Tijdens een bombardement op zijn appartementencomplex in Gaza kwam de eerstehulparts om het leven.
'Oorlog tegen gezondheidszorg'
De Wereldgezondheidsorganisatie rapporteerde tot en met eind maart meer dan 417 aanvallen op medische faciliteiten in Gaza, waarbij 685 mensen omkwamen. Van de 36 ziekenhuizen zijn er nog maar 10 beperkt functioneel. Tegelijkertijd werden de afgelopen maanden 118 gezondheidszorgmedewerkers gearresteerd en naar eigen zeggen onmenselijk behandeld door het Israëlische leger. De VN-rapporteur voor het Recht op Gezondheidszorg veroordeelde afgelopen december al de 'meedogenloze oorlog tegen gezondheidszorg' in Gaza en constateerde dat zorgverleners in Gaza specifiek doelwit zijn.
Aanvallen op gezondheidszorg en humanitaire hulpverlening raken ons allemaal. Als het internationaal humanitair recht op bescherming van zorgverleners niet meer wordt nageleefd zijn hulpverleners in geen conflictsituatie meer veilig. Dat schept een beangstigend precedent dat ons werk overal ter wereld in gevaar brengt. Samen met veel andere mensenrechtenorganisaties roepen wij daarom al maanden op deze humanitaire ramp een halt toe te roepen door een onmiddellijk staakt-het-vuren en garanties dat burgers, medisch personeel en gezondheidsfaciliteiten worden beschermd.
Ondanks de VN-resolutie voor een staakt-het-vuren die op 25 maart werd aangenomen, blijft het geweld doorgaan. Doelbewuste aanvallen op de gezondheidszorg en afsluiting van de Gazastrook voor medische hulp doen vermoeden dat het niet voorkomen van een grote gezondheidscrisis doelbewuste strategie is. Zonder gezondheidszorg kunnen patiënten niet genezen en kunnen gewonden niet worden verzorgd. Directe politieke actie is daarom nodig om te beschermen wat rest van Gaza's gezondheidszorg. Gezondheidszorg mag nooit een doelwit zijn en het recht op zorg moet worden gegarandeerd, ook door de internationale gemeenschap.
Geef voor Gaza
Sinds de escalatie van het conflict is onze hulpverlening zwaar getroffen. Ondanks de verschrikkelijke situatie verleent ons team er nog altijd hulp. Ook sturen wij medische apparatuur naar Gaza, waar een schreeuwend tekort aan is. Daar kan jij bij helpen!