Het is 20 juni. Wereldvluchtelingendag. Vijf minuten te laat wordt Hamadi (gefingeerde naam) binnengebracht in de bezoekersruimte van het detentiecentrum, kostbare minuten op een uur bezoek. Oorzaak: de bewakers maakten een groot probleem van zijn korte broek: een gewone, afgeknipte broek tot op zijn knieën. Die zou niet netjes genoeg zijn.
Machteloosheid
Wij bezoeken Hamadi. We willen hem de conclusies meedelen van een arts van Dokters van de Wereld, die zijn medische gegevens heeft geanalyseerd. Hamadi maakte zich erge zorgen over zijn ziektebeeld. Hij wilde graag dat een arts van buiten het detentiecentrum zijn medisch dossier zou bekijken. Iets wat Dokters van de Wereld vaker doet in het geval van mensen die in vreemdelingendetentie zitten. Een dag later laat Hamadi weten dat het hem erg heeft geholpen.
Het hele verhaal van Hamadi is doorspekt met machteloosheid. Hij heeft het voordeel dat hij goed Engels spreekt en zijn rechten kent. Zo kan hij opkomen voor zijn rechten en die van medegedetineerden. Bijvoorbeeld als er ineens geen toestemming gegeven wordt om naar buiten te gaan terwijl mensen in het detentiecentrum dat recht wel hebben overdag. “Bewakers, afdelingshoofd, directeur, waarom behandelen jullie buitenlanders op deze manier?” is zijn brandende vraag. “Zo krijg je dat mensen het detentiecentrum verlaten met haatgevoelens over het systeem, het land. Dat wil toch niemand?” Met de meeste bewakers heeft hij nu goed contact, maar daar heeft hij veel in moeten investeren. Dat lukt lang niet iedereen. Wij merken het zelf ook. Bij de receptie waar je ID-bewijs wordt gecheckt en waar je door de metaaldetector moet. En bij de bewakers van de man bij wie we op bezoek gaan; nergens kan een lachje of een vriendelijk woord af. We voelen de onderdrukking.
Een baby van zes maanden
Heel veel andere gedetineerden heeft hij al zien komen en gaan. Hij blijft maar vastzitten. Waarom? Dat is hem volkomen onduidelijk. Hamadi wilde niet eens naar Nederland, maar was onderweg naar een ander land om daar veiligheid te zoeken. Op de tussenlanding op Schiphol werd hij vastgezet. Toen vroeg hij hier asiel aan. Nu zit hij hier al heel lang vast. Waarom? Terugsturen kunnen ze hem niet. Het enige wat hij wil is een veilige plek, waar hij met zijn gezin in harmonie kan wonen. Hij wil bijdragen aan de samenleving en zelf zijn eigen geld verdienen.
Zijn jongste kind is een baby van zes maanden. Hij heeft haar nog nooit gezien, zijn vrouw was zwanger toen hij vertrok. De andere kinderen zijn tussen de vier en de acht jaar. Skypen mag niet in het detentiecentrum. Bellen doet hij wel, maar dat kan maar een paar minuutjes, het is erg duur. Wat zeg je in een minuutje tegen je kind? Hij vertelt ze natuurlijk niet dat hij in de gevangenis zit. Niemand zou geloven dat je in Nederland, een land waar de mensenrechten zouden worden gerespecteerd, gevangen kunt zitten terwijl je niets gedaan hebt behalve asiel aanvragen. Ze zouden thuis denken dat hij iets slechts heeft gedaan.
Iedereen heeft zorg en aandacht nodig
“Waarom waarom? Mijn gezondheid gaat achteruit. De psycholoog adviseerde mij naar een speciale afdeling in een ander detentiecentrum te gaan zodat ik meer begeleiding en minder stress zou hebben. Maar ik ben geen psychiatrische patiënt, ik heb geen behandeling nodig, het komt door de detentie zelf dat het zo slecht met mij gaat. Nu lach ik, ik lach veel om het draaglijk te houden, er zit niets anders op, maar als de deur dicht is, huil ik”.
Ook nu huilt Hamadi, als hij vertelt dat er na maanden voor het eerst iemand op bezoek komt, iemand die hem nu nog regelmatig bezoekt. Sinds twee maanden heeft hij het gevoel niet meer helemaal verlaten te zijn en zijn meerdere mensen bij hem betrokken. Voor die tijd voelde hij zich zo eenzaam! Deze man die hem bezoekt, was de eerste die hem oprechte menselijke aandacht gaf en hem omarmde bij het afscheid. Het riep goede herinneringen bij hem op. “Iedereen heeft toch zorg en aandacht nodig?”
Heel lang heeft hij gewacht met een bezoek aan het ziekenhuis. De arts in het detentiecentrum had hem al snel doorverwezen, maar steeds als hij een afspraak had, moest hij met handboeien om naar het ziekenhuis. Hij weigerde deze vernedering te ondergaan. Alsof hij een crimineel is. Mensen zijn bang voor hem als hij geboeid tussen twee bewakers door het ziekenhuis loopt. Terecht, dat zou hij zelf ook zijn. Totdat de arts zei dat hij nu echt moest gaan omdat zijn toestand achteruit ging.
Gevangenismaaltijden uit de magnetron
De specialist zegt dat hij gezonder moet leven, zijn gezondheid leidt onder het leven in detentie. Hij zou gezonder moeten eten. Maar hoe kan dat, met kant en klare gevangenismaaltijden die opgewarmd moeten worden in de magnetron? Hij koopt af en toe wat verse groente in de gevangeniswinkel, maar dat is zo extreem duur dat hij het niet kan betalen. Hamadi kweekt zelf wat groenten, maar hem wordt steeds gezegd dat dat niet mag. Ook moet hij meer bewegen. Maar ook daar is het detentiecentrum niet de meest geschikte plek voor. En minder stress? Zolang hij vastzit, is dat niet aan de orde. De onrechtvaardigheid van de detentie zelf, het gevangenisregime, het volledige verlies van autonomie en de behandeling door het personeel breken hem op. Het zijn de zaken die iedereen aangeeft die in detentie zit en die zorgen voor psychische klachten.
Ons werk moet doorgaan
De jarenlange aandacht van organisaties zoals Dokters van de Wereld, Amnesty, Stichting LOS, Vluchtelingenwerk Nederland, Kerk in Actie en Defence for Children hebben vreemdelingendetentie op de politieke kaart gezet. Een nieuwe wet is in de maak. Met verbeteringen. Maar ook met heel veel zorgenpunten omdat het hele regime gestoeld blijft op strafrechtelijke detentie en er geen aandacht is voor alternatieven voor detentie. Het bezoek van vandaag maakt weer heel duidelijk dat ons werk door moet gaan.
Milena, student geneeskunde en antropologie, vrijwilliger bij de Helpdesk van Zorgrecht bij Dokters van de Wereld
Gerrianne, verpleegkundige, antropoloog, programmamedewerker Zorgrecht bij Dokters van de Wereld