Doorbraak voor toegang tot abortuszorg: Amsterdam aan de slag met noodfonds

Een belangrijke stap voor de toegang tot abortuszorg in Nederland: de Amsterdamse gemeenteraad heeft donderdag een motie een noodfonds voor abortuszorg voor ongedocumenteerde vrouwen te onderzoeken. 

Abortus is zorg

‘Abortus is zorg en daarmee een fundamenteel mensenrecht dat voor iedereen toegankelijk moet zijn, ongeacht verblijfsstatus,’ zegt Corinne Ellemeet, Hoofd Programma’s van Dokters van de Wereld. ‘Dit noodfonds is daarom een belangrijke ontwikkeling. Het kan ongedocumenteerde vrouwen toegang geven tot de zorg waar zij recht op hebben, zonder financiële drempels. Dit helpt risicovolle situaties en psychische nood voorkomen.’

Aangrijpende verhalen

De motie werd ingediend door D66-raadslid Anne van Wehkamp, na een bezoek aan onze Medische Post. ‘Ik hoorde het aangrijpende verhaal van een ongedocumenteerde, dakloze vrouw die, twintig weken zwanger, geen uitweg zag en een suïcidepoging overwoog. Dit soort schrijnende situaties moeten we koste wat kost voorkomen,’ stelt Wehkamp.

Betere toegang tot zorg

Naar schatting willen – alleen al in Amsterdam - jaarlijks 200 tot 250 ongedocumenteerde vrouwen een abortus laten uitvoeren. Momenteel kunnen zij niet terugvallen op reguliere verzekeringen of de Regeling Onverzekerbare Vreemdelingen (CAK), waardoor abortuszorg vaak buiten bereik blijft. Het voorgestelde noodfonds zorgt ervoor dat zorgverleners direct bij de gemeente kunnen declareren. ‘Dit verbetert de toegang tot abortuszorg aanzienlijk’, zegt Ellemeet. ‘Het is van cruciaal belang dat zorgverleners op de hoogte zijn van deze mogelijkheden, zodat vrouwen niet langer afhankelijk zijn van toevallige hulp of kennis van specifieke procedures.’

We hopen dat andere gemeenten dit voorbeeld volgen en dat het bijdraagt aan landelijke beleidsveranderingen. Wij blijven ons hardmaken voor toegang tot veilige abortuszorg en zelfbeschikking. ‘Met het noodfonds erkent de gemeente Amsterdam abortus als essentiële zorg. Dat is een stap in de goede richting, maar er is nog werk te doen om deze toegang voor iederéén te waarborgen. Daar blijven wij ons voor inzetten.’