De bloedige oorlog tussen de houthi-rebellen en de regeringstroepen in Jemen duurt al zes jaar. Meerdere pogingen van de VN tot een staakt het vuren hebben niets opgeleverd. De situatie wordt steeds nijpender; dit jaar zijn er maar liefst zeven nieuwe frontlinies ontstaan langs de grenzen van Ma’rib, Sana’a en Al Jawf. Dokters van de Wereld is al sinds 2007 in Jemen actief, en ziet de situatie snel verslechteren.
Hongersnood en corona liggen op de loer
Veel Jemenieten zijn door de oorlog van alle voorzieningen afgesloten. Voedsel is schaars en toegang tot medische zorg een groot probleem. Medische hulpmiddelen, etenswaren en andere goederen komen de, door overheidstroepen streng bewaakte, grenzen niet over. Ruim 16 miljoen mensen hebben honger, en ruim 2 miljoen kinderen jonger dan vijf jaar zijn ernstig ondervoed. Daarnaast is bijna de helft van alle ziekenhuizen en klinieken verwoest, de rest is overvol en slecht bevoorraad.
Naast honger, is ook de coronapandemie een groot risico. Sinds begin maart stijgt het aantal coronabesmettingen iedere dag met factor 20. We zien dat minder mensen een ziekenhuis of gezondheidscentrum bezoeken uit angst om besmet te raken.
Dokters van de Wereld in Jemen
De Verenigde Naties schatten dat 20 miljoen Jemenieten dringend humanitaire hulp nodig hebben, 12 miljoen hiervan verkeren in acute nood. Onze internationale collega’s van het Médecins du Monde netwerk doen in deze tumultueuze tijd alles wat ze kunnen om lokale gezondheidscentra van medicijnen en apparatuur te voorzien. Ook verrichten ze screenings, doen ze medische consulten en lichten ze mensen voor. Momenteel werken we in vijf regio’s, waar we zes ziekenhuizen en tien gezondsheidscentra ondersteunen.