Als arts wil Hendrik Verschuur (1961) het liefst iedereen beter maken. Dat geldt ook voor de zorg als geheel. In zijn ziekenhuis in de Haagse binnenstad, behandelt hij patiënten van alle rangen en standen. “Het recht op zorg geldt voor iedereen, ongeacht status, achtergrond of verleden”, vertelde hij eerder. Sinds medio 2021 is de KNO-arts en hoofd-hals oncoloog voorzitter van Dokters van de Wereld. Wij vroegen hem naar zijn indrukken, beweegredenen en plannen.

“Ik word blij van het ongelooflijke enthousiasme en de passie waarmee onze vrijwilligers en betaalde medewerkers en zich inzetten voor het belangrijke werk dat we doen”, begint Hendrik Verschuur, als hij terugblikt op de eerste twee maanden. “Die bevlogenheid is heel bijzonder.” Tegelijkertijd merkt hij ook hoe moeilijk het is om met zo’n kleine organisatie zoveel hulp te bieden. “De rol van vrijwilligers, maar ook van donateurs en particuliere fondsen is cruciaal. Zonder geld kun je geen zorgbus laten rijden, of een zorgcafé organiseren.”

Belangrijk dus, om te bouwen aan een sterke en toekomstbestendige organisatie. Verschuur ziet zowel intern als extern kansen hiervoor. “Sommige veranderingen betreffen de interne organisatie, daarover later meer. Ook wil ik de samenwerking opzoeken met andere hulpverlenende instanties in binnen- en buitenland. In Nederland denk ik aan het Rode Kruis, de Johannes Wierstichting en diverse kerkelijke instanties, die zich voornamelijk bezighouden met opvang en zorg voor mensen in kwetsbare een positie.”

In het buitenland zou er volgens de KNO-arts meer afstemming kunnen plaatsvinden tussen de 16 zusterorganisaties van Dokters van de Wereld, om zo ook in het buitenland structurele zorg te kunnen blijven bieden. “Meer internationale samenwerking, en nog betere ondersteuning voor buitenlandse ziekenhuizen en begeleiding van lokaal medisch personeel”, zo blikt hij vooruit.

Uitdagingen ziet hij vooral in het binnenhalen van financiële middelen om deze plannen te verwezenlijken. “Ook het creëren van draagvlak is hierin erg belangrijk”, voegt hij toe. “Als vereniging bepalen we samen het beleid. Het bestuur, de directie én de leden. Daarom wil ik ook het verenigingsgevoel versterken.”

Tot slot is er nog een urgent probleem waar Verschuur zich de komende tijd op stort. “In Nederland is er een niet alleen een huisartsentekort, de complexe administratie maakt het huisartsen daarnaast onnodig moeilijk om ongedocumenteerde patiënten te helpen. Onze vrijwilligers ondervinden daar erg veel hinder van in hun dagelijkse werk. Dit probleem wil ik als eerste aanpakken.”

Verschuur hoopt door zijn bestuurlijke ervaring en netwerk binnen de zorg Dokters van de Wereld te helpen hun doelen te bereiken. Er is nog een lange weg te gaan. “Als ik zie hoe hard sommige mensen oordelen over bijvoorbeeld vluchtelingen, dan doet dat me pijn. Alsof iedereen er vrijwillig voor kiest hun eigen land te verlaten en duizenden kilometers verderop een nieuw leven te beginnen”, maakt hij zich boos. Verschuur ziet deze kwetsbare mensen in zijn ziekenhuis en wil er ook met Dokters van de Wereld voor hen zijn. “Idealiter maken we onszelf overbodig”, lacht hij. “Als de zorg voor iedereen goed bereikbaar is, ongeacht achtergrond of status. Dus we blijven hard werken, de politiek opschudden en vechten voor gelijke rechten, totdat we dat hebben bereikt.”